
En daar gaan we. Het kind en ik. Op naar Den Haag. Mijn paspoort is verlopen en ik moet een nieuwe. Zingend en mopperend (waarom is die navigatie altijd zo vaag) luister ik naar mijn drukke kind. Die tegenwoordig met een snelheid praat waar ik van duizel en die daarbij ook nog eens zijn handen gebruikt. Er zit meer Italiaans bloed in dan ik dacht.
Voordat we naar het Consulaat gaan, eten we eerst een broodje en drinken we wat in de zon. De koffie haal ik bij Lola. Een bikestore met drinkgelegenheid. Boven ons hangt een knalrode oude RIH. Het kind wijst. “Van opa?”, zo vraagt hij. Ik denk het wel. Wat foto’s verder bevestigt zijn vader onze vermoedens. En het voelt fijn. Is opa in de buurt? Geen idee. Maar het doet iets met me. Nostalgie in de mix met een vleug verdriet om dat wat ooit was. De nostalgie wint.
Eenmaal in het Consulaat neem ik plaats. Ondanks dat we op tijd zijn en een afspraak hebben gemaakt, zijn er nog 5 mensen voor ons. Het is er warm. Naast me op een stoel ligt een Italiaans tijdschrift met voorop een foto van een roodborstje. En daar is opa nummer 2. Juist daar. Precies daar. Ik kijk met grote ogen naar mijn kind. Hij ziet wat ik zie.
Eindelijk ben ik aan de beurt. Ik overhandig het formulier, mijn lelijke pasfoto (even wennen hoor, een kleurenfoto met grijs haar) en het oude paspoort. De Italiaanse dame fronst. Heb ik nou ineens twee voornamen? Ja die heb ik. Kan ik dat bewijzen? Huh? Ik heb toch net mijn oude paspoort gegeven met daarop twee voornamen? Hoe ter wereld kan ik er nu eentje kwijt zijn? Ik moet een formulier invullen om mijn doopnaam weer terug te krijgen. Zonder bril zie ik niks, dus mijn kind assisteert. Gelukkig spreekt hij al een aardige zin Italiaans, dus we komen er uit. “Maar mevrouw, bent u gescheiden?” Jaaaa, dat ben ik, maar ik heb mijn huwelijk nooit in Italië laten registreren, dus dacht ik met mijn boerenverstand…dan hoeft mijn scheiding ook niet te worden aangemeld. Ik heb het mis. De dame gaat door. “U bent ook nog verhuisd?” Ja, dat ben ik. Ook dat nog. En weer komt er een formulier aan. Ook het kind krijgt er eentje voor zijn neus. Anderhalf uur later staan we buiten. Nat van het zweet, maar wel met een nieuw paspoort. Voor de komende tien jaar ben ik hier weer van af. En toch… toch heeft het iets. Die chaos, het Italiaans, de bureaucratie. Samen met dat grote kind. Ik voel iets van een traditie aan komen.
Zingend rijden we terug. Nou ja, hij zingt en ik luister. Ik ken weinig tot geen liedjes van zijn Nederlandse feestlijst. “Heb jij onder een steen geleefd ofzo”, zo vraagt hij verbaasd. Ja, dat heb ik. Veel en veel te lang. En die tijd tikt maar door. Meedogenloos. Ik moet weer slingers ophangen. Het voor mezelf gezelliger maken. En dus vraag ik aan de vriend in wording of hij mee wil naar de film. Volgende week of is dat te snel? Waarom wachten, zo lees ik. En zo is het maar net. Ik reserveer de kaartjes, hij een tafel voor twee. We gaan.
Reactie plaatsen
Reacties